In mijn vorige blog nam ik patiëntenbeleving in de wachtkamer onder de loep. Aanleiding was mijn ontmoeting met een patiënt in de wachtkamer. De man had het gevoel te zijn vergeten. Het uitblijven van informatie over wachttijden door het ziekenhuis leek dit gevoel te versterken. Irritant, maar niet levensbedreigend. Gebrekkige informatieverstrekking tussen artsen onderling heeft verstrekkender gevolgen. Zeker wanneer de tijd ontbreekt om er eens rustig voor te gaan zitten. Bijvoorbeeld in de hectiek van zorg met spoed.
HET BELANG VAN ZORGVULDIGE INFORMATIEDELING
Voor patiënten is kennis- en informatiedeling vaak van levensbelang. De patiënt merkt het direct wanneer de dienstoverdracht tussen zijn behandelaars slecht is geweest. Dezelfde vragen te moeten beantwoorden. Nogmaals moeten uitleggen wat de klacht is. Behalve irritatie neemt mogelijk onzekerheid bij de patiënt toe. Want hoe weet hij zeker dat degene die met hem deze intake doet, straks dezelfde is die hem behandelt? Is wel duidelijk overgekomen dat de pijn rechtsonder in de buik zit en niet links? Dat de dienstoverdracht zorgvuldig moet gebeuren is zonneklaar. Maar, soms is daarvoor de tijd minimaal. Een communicatiefout is dan ook snel gemaakt. Neem bijvoorbeeld de afdeling spoedeisende hulp. Over hectiek gesproken. Het gaat hier om een afdeling waar het bepaald onmogelijk is om volgens een planning te werken. Patiënten hebben tijdens één behandeling vaak met veel verschillende artsen te maken.
SAMENWERKEN OP AFSTAND BIEDT KANSEN
Bij de spoedeisende hulp dragen artsen de informatie vaak persoonlijk over omdat zij op dezelfde locatie werken. Maar tegenwoordig vinden overdrachten ook plaats over grote afstanden. Ziekenhuizen fuseren, krijgen meerdere locaties, werken meer samen en overleggen vaker. Met de beschikbare technologieën hoeft afstand geen beperkende factor meer te zijn. Maar hoe werkt de techniek in de praktijk? Biedt deze de medische wereld voldoende kwaliteit voor een betrouwbare informatieoverdracht? Bij het vaststellen van de diagnose beroept een arts zich per slot van rekening ook op subtiele symptomen. Een natuurgetrouwe weergave van ondersteunend beeld is dan ook cruciaal. De wisselwerking tussen techniek en praktijk is voor innovatie van doorslaggevend belang. De medische sector bewijst dat als geen andere branche. In hoeverre durven artsen hierbij op de techniek te vertrouwen? Ik ben benieuwd naar jullie praktijkervaringen met bijvoorbeeld videoconferencing. Deel ze hier.